Ontwerpkracht bij de Algemene Rekenkamer is vooral gericht op mensgericht denken, een gedeeld beeld creëren en nieuwe (handelings)perspectieven ontdekken – voor, tijdens en na het onderzoek. De Design Audit Studio laat onderzoekers continu focussen op wat nodig is om die gedegen kennis uit rekenkameronderzoek om te zetten in acties die de rijksoverheid beter laat functioneren en vooral ook wie dat moet gaan doen – wie is de mens achter de term ‘rijksoverheid’?
Beeldverhalen zijn mooi, het proces van ontwerpen nog mooier
De Design Audit Studio, ook wel bekend als de DAS, is geïnitieerd door Linda Meijer-Wassenaar. Ze werkt inmiddels veertien jaar bij de Algemene Rekenkamer. Begonnen als socioloog, gebruikte ze steeds vaker beeld in haar onderzoekswerk, iets wat je in rapporten van de Rekenkamer daarvoor nauwelijks zag. “Ons bestuur werd heel blij van al dat beeld. Steeds vaker schoof ik aan bij teams om samen beeldverhalen te ontdekken in de onderzoeken.”
Daarop is Meijer-Wassenaar de masteropleiding Ontwerpend Onderzoek gaan doen aan de Willem de Kooning Academie. Daar leerde ze dat beeldverhalen mooi zijn, maar dat het proces van ontwerpen nog veel interessanter is en ook heel nuttig kan zijn voor rekenkameronderzoek. “Klassiek wetenschappelijk onderzoek is vooral lineair, gericht op tekst en op de juiste inhoud. Een ontwerper werkt juist iteratief (stapsgewijs en testend), kijkt naar wat betekenisvol is voor mensen, de gebruiker, en zet veel beeld in. Die twee perspectieven en werkwijzen kunnen elkaar versterken.” Dat verhaal sloeg aan en zo is de DAS ontstaan in 2018.
Sindskort is Meijer-Wassenaar gedetacheerd bij Zuid-Afrikaanse Rekenkamer, waar ze wil kijken welke innovaties ze daar kan brengen met haar ontwerpachtergrond, haar ontwerpkracht.
Het concreet maken van het abstracte
Maar wat is nu precies de toegevoegde waarde van ontwerpend denken? Volgens Meijer-Wassenaar zit de ontwerpkracht bij de Rekenkamer in het concreet maken van het abstracte. “Als onderzoeker ben je abstracter in woorden, in je denken, in je hoofd. Ontwerpkracht gaat juist over actief en concreet maken van die onderzoekskennis. Dan zet je de ontvanger van je onderzoeksbevindingen centraal. Die combinatie van onderzoek en ontwerp is heel interessant: wat is waar en wat is waarde?, zoals Tabo Goudswaard, social designer en coauteur van het boek Maakkracht, het zegt. Ontwerpend denken is een soort uitbreiding van je perspectieven en arsenaal als onderzoeker.”
Daar is Bakker het mee eens. “Ons onderzoek levert goede degelijke kennis op, en ontwerpend denken helpt om te kijken hoe je die kennis laat aansluiten bij degene die er iets mee moet doen. De ontwerper gaat op zoek naar hoe je een snaar kunt raken zodat er actie komt. Kennis hoef je daarvoor niet te veranderen, alleen de manier waarop je het bij ze brengt. Dat kan naast een rapport ook via tal van andere producten of activiteiten.”
Onderzoekers denken dat wanneer je het maar goed opschrijft, de boodschap vanzelf wel aankomt, legt Meijer-Wassenaar uit. “Dat is een hele cognitieve benadering van verandering. Als je denkt vanuit de diversiteit van mensen, ga je die kennis ook op andere manieren inzetten. Voor ons betekent dit dat we nu veel meer de interactie opzoeken om te snappen wat men nodig heeft om onze kennis om te zetten in verbeteringen – zo ontwerp je je impact.”
Een co-creatie sessie van de Design Audit Studio
Een voorbeeld is een zeer technisch rapport over meerjarenramingen. “De Tweede Kamer stelt niet altijd de juiste vragen, concludeerden wij in ons onderzoek.”, vertelt Bakker. “Ze zouden best wel meer kunnen doorvragen over die cijfers. Hoe kunnen we ze daarbij helpen? We hebben een tool gemaakt: Eerste hulp bij ramingen. Dit is een interactieve pdf op de website die we aan de Tweede Kamer hebben aangeboden gelijktijdig met onze begrotingsbrieven. Als Kamerlid of ondersteunende staf kun je met de tool een vragenlijst op maat samenstellen voor de minister. Dat kan meer inzicht opleveren. Zo maak je kennis op andere manier impactvoller. Betere vraagstelling leidt immers tot betere ramingen.”
De Design Audio Studio is gepositioneerd tussen de onderzoekers. Dat is belangrijk, stelt Meijer-Wassenaar. “Onderzoekers dagen we uit gezamenlijk te innoveren in werken, denken en beïnvloeden. Dat vinden onderzoekers best spannend en doen we dus samen. Anders is ‘doen wat je altijd deed’ de veiligste keuze. Wij weten ook nog niet altijd wat werkt, maar ontwerpers voelen zich meer thuis in onzekerheid want we denken al snel in mogelijkheden. Een nieuwe methode, een ander verhaal of een spannende oplossing. Ook kunnen we zo vroeg mogelijk meedenken met onderzoekers, want we zitten dicht bij het vuur.”
Er is veel openheid ontstaan
Nu de DAS ruim vier jaar bestaat, kan Meijer-Wassenaar tevreden terugkijken. “De Algemene Rekenkamer is de afgelopen jaren anders gaan werken. Er kan meer en we durven meer. Creativiteit en verbeelding zijn vaardigheden die worden verwelkomd. Veel onderzoekers waren altijd al creatief en visueel ingesteld, de DAS is slechts een aanjager. Die verandering en openheid in denken is mede een succes van de DAS en het innovatieprogramma bij de Rekenkamer waaruit de DAS voortkwam.”
Ook Bakker ziet deze verandering. “Wat ik de laatste tijd merk, is dat er heel expliciet ruimte wordt gegeven om in gesprek te gaan met burgers en om onze andere stakeholders op te zoeken. Die ruimte wordt gegeven van bovenaf, want dat past in de strategie van het instituut die sinds 2021 geldt. Mensen worden uitgenodigd om de interactie op te zoeken. Dat schept ook veel ruimte om met ontwerpmethoden aan de slag te gaan.”
Een valkuil was dat Meijer-Wassenaar in het begin heel erg gericht was op beeld, voegt ze toe. “Daarom kwamen mensen in het begin naar ons toe met de vraag om een plaatje te maken. Dat is natuurlijk niet ons werk. Het communicatieteam coördineert een pool van externe grafisch ontwerpers die infographics maken. Visualiseren is voor ons een methode tijdens onderzoek, geen doel op zich. Inmiddels komen mensen niet meer voor een plaatje, maar met vragen waar we als ontwerpend onderzoekers wat mee kunnen. Wat we hebben geleerd, is dat het bij innoveren best een tijd duurt voordat mensen je met de juiste vraag weten te vinden.”
4 Tips voor ontwerpkracht
Meijer-Wassenaar en Bakker hopen dat er in de nabije toekomst veel meer vanzelfsprekendheid komt voor de ontwerpende manier van werken binnen de rijksoverheid. Daarvoor hebben ze vier tips die ze graag willen meegeven:
-
Zoek de juiste taal
“Dat heeft bij ons een tijdje geduurd”, legt Meijer-Wassenaar uit. “De ontwerpwereld heeft echt een andere taal dan onderzoekswereld. Als jij ontwerpkracht wil inzetten, ga dan op zoek naar de taal die verbindt en de unieke toegevoegde waarde voor jouw organisatie.”
-
Steun in het bestuur
Ook belangrijk is dat je een sponsor aan de top vindt. “Het maakt het een stuk makkelijker wanneer je steun hebt voor nieuwe ideeën en experimenten.”
-
Begin waar de energie zit
“Er zijn altijd mensen die al open staan voor een andere manier van denken en doen”, stelt Bakker. “Het is fijn om met deze mensen, waar de energie zit, te beginnen. Dan leer je zoveel over hoe je de rest van je collega’s kan meekrijgen maar bouw je ook een portfolio waarmee je anderen kunt overtuigen.”
-
Begin gewoon
Bakker: “Ga het gewoon doen, blijf niet hangen in het denken over het ‘hoe’, zoek medestanders op, ga aan de slag, leer en verbeter. Dan ervaar je wat voor waarde ontwerpkracht heeft voor jouw organisatie.”
Een designsprint met de Design Audit Studio: het aanboren van creativiteit stimuleert nieuwe inzichten